opening expositie Space in Motion in beeld

De expositie Space in Motion is de uitkomst van de discipline overstijgende minor Space in Motion die de raakvlakken tussen interieurontwerp, architectuur en theater en dramaturgie verkent. Gastdocent was Ronald Klamer (Theatergezelschap Het Toneel Speelt). Docenten van ArtEZ waren Thijs Hazeleger (Docent Theater Zwolle) en vanuit interieurarchitectuur Irene Muller, Jesse van Lienen en Eric de Leeuw. In de expo zijn de objecten en installaties te zien die studenten hebben ontwikkeld na het bestuderen van twee scènes uit Faust van Johan Wolfgang von Goethe : de Walburgisnacht scene en de studeerkamer scene.

Op donderdag 14 februari werd de expositie in de hal van de Rhijnvis Feithlaan geopend.

fotografie Nico van Maanen

Minor Space in Motion
In de minor Space in Motion onderzochten interieurontwerpers, acteurs en dramaturgen samen maatschappelijke dilemma’s en drama’s om menselijke, lichamelijke en ruimtelijke interventies te ontwikkelen die een verhaal kunnen doen keren. Resultaat is een stagesetting in componenten: een samenhangende set van ruimtelijke, dingmatige en/of lichaamsgebonden elementen, die het toneel, de rekwisieten en eventueel de kostuums vormen.

Daarmee kan methodisch een drama, plot of maatschappelijk dilemma opgevoerd of opgelost worden. Ruimte en objecten worden ontworpen als ingrepen in een verhaal of gebeurtenis ontworpen: Ze kunnen een andere wending aan het gebeuren geven; het verhaal kan eraan opgehangen, of ermee opgelost worden. In veel oude en moderne mythes spelen plekken of dingen ook een grote rol. Het ontwerp ontstaat dus vanuit een dramatische methode (of een verandermethode).

Wat theater en interieurarchitectuur verbindt 
Theater is een extraversie van maatschappelijk drama in versnelde tijd: het drama naar buiten brengen, om het te delen, de gemoederen te bewegen en verandering teweeg te brengen. Interieurarchitectuur is een intraversie van oplossingen voor persoonlijk drama, in verstilde tijd: het drama zelf, in het eigen domein oplossen door plekken en dingen te maken, die de verlangens vervullen en problemen oplossen, waaruit het drama ontstaat, en liefst voorgoed. Zowel een dramaturg als een ontwerper leert aanvoelen, wanneer en of een dilemma, verlangen of probleem toe is aan naar buiten brengen en beweging maken of aan oplossen in iets moois.